‘Om te zorgen dat we minder afhankelijk worden van andere werelddelen voor essentiële grondstoffen, en om schoner te produceren, zullen we onze productie op nieuwe leest moeten schoeien. Met een circulaire economie hebben we minder producten en materialen nodig, kunnen we ze langer gebruiken, en weer maximaal inzetten als grondstof voor nieuwe producten. Dat levert banen, bedrijvigheid én een betere leefomgeving op. Zo zetten we Nederland bovendien op voorsprong en krijgen we meer controle.’ Dat schrijven VNCI, FME, VNO-NCW, MKB-Nederland én Natuur & Milieu aan de Tweede Kamer in aanloop naar een debat over de circulaire economie volgende week donderdag. De NRK ondersteunt deze boodschap van harte.
In de brief, ondersteunt door de NRK, zetten de organisaties de kansen die een nieuwe circulaire economie biedt uiteen. Zo kunnen we het toekomstig verdienvermogen van Nederland versterken, houden we grip op essentiële grondstoffen en zorgen we voor een schonere leefomgeving. In de brief constateren de organisaties ook dat juist op het terrein van circulariteit Nederland met onze logistiek, chemie, maakindustrie én met onze kennis alles in huis heeft om een koppositie in te nemen in Europa en de wereld. Een circulaire economie leidt ook tot minder verspilling, waardoor we minder afval hebben en schone productie, wat leidt tot minder CO2-uitstoot.
Samenwerking
De organisaties vragen de Tweede kamer en een nieuw Kabinet om veel meer focus, meer capaciteit en intensieve samenwerking. Alleen met alle partijen samen (van winkeliers tot maakbedrijven tot afvalbedrijven, overheden en de samenleving) kunnen we de noodzakelijke stappen zetten om grote productieketens, zoals voor de chemie (o.a. kunststoffen), bouw(materialen) en kritieke grondstoffen anders te organiseren, zodat we daadwerkelijk minder afhankelijk worden voor onze grondstoffen.
Opschalen
In de brief doen de partijen een aantal voorstellen:
Achtergrond
In een circulaire economie gaan we anders om met onze grondstoffen, materialen en producten door:
Meer weten?
Lees het pamflet dat 9 februari 2024 naar de Tweede Kamer is gestuurd.