Home > Nieuws > Nieuwsbericht
02-02-2023 ICER 2023: Bereiken circulaire doelstellingen nog ver weg door mismatch beleid en doelen

Er is de laatste jaren te weinig resultaat geboekt bij het realiseren van een circulaire economie in 2050. Ook de doelstelling om het gebruik van zogenoemde abiotische grondstoffen in 2030 te halveren wordt met het huidige beleid niet behaald. Dat schrijven onderzoekers van het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) in de tweejaarlijkse Circulaire Economie Rapportage (ICER). Er is sprake van een mismatch tussen ambitieuze doelen en ingezet beleid.

Het PBL concludeert dat om de circulaire doelstellingen te kunnen halen er meer verplichtend beleid nodig is vanuit de overheid. Daarnaast is het cruciaal dat producten al in de ontwerpfase zo worden vormgegeven dat hoogwaardige recycling, langduriger gebruik en minder inzet van nieuwe grondstoffen mogelijk zijn. De NRK sluit zich aan bij deze conclusies met als kanttekening dat bij meer verplichtend beleid er een Europese aanpak nodig is en de overheid bovendien heldere spelregels voor bedrijven moet opstellen zodat deze op een stabiele manier in duurzame innovaties kunnen investeren.

Plastic taks
In het ICER komt verder naar voren dat vrijwillige afspraken met het bedrijfsleven zoals het Plastic Pact en ondersteuning van experimentele projecten relevant zijn, maar dat deze afspraken op dit moment niet genoeg resultaten realiseren om op schema te komen voor de doelstellingen van 2030 en 2050. Daarom is ook meer ‘drang en dwang’ nodig om het fossiele grondstoffengebruik terug te dringen, aldus het PBL. Een van de maatregelen die genoemd wordt is het invoeren van een heffing op het gebruik van fossiele grondstoffen voor plastics.

De NRK is geen voorstander van een nationale heffing op primaire fossiele plastics omdat dit leidt tot concurrentienadeel en weglekeffecten van productie naar het buitenland. De NRK wil graag de schaalsprong maken naar de circulaire economie en onderschrijft het doel van harte dat minder primaire fossiele plastics het juiste middel is om dat doel te bereiken. Een bijmengverplichting voor recyclaat in combinatie met het belonen van ketenemissies sorteert een veel directer effect op circulariteit en reductie van CO2-uitstoot. Bovendien biedt een bijmengverplichting handelingsperspectief voor alle partijen in de keten en dit is dan ook volgens de NRK een goede en effectieve aanpak voor het realiseren van een circulaire economie.

Meer sturen op hoogwaardige benutting van grondstoffen
Het PBL is positief over het feit dat Nederland voorop loopt in Europa op het gebied van recycling, 78 % van het afval wordt gerecycled. maar dit bestaat grotendeels uit laagwaardige recycling. Doordat materiaalstromen niet goed van elkaar gescheiden worden, worden ze alsnog verbrand of laagwaardig toepast in bijvoorbeeld bermpaaltjes. Laagwaardige recycling is een neergaande spiraal. Omdat Nederland stuurt op de hoeveelheid ingezameld afval, ontbreken prikkels om afvalstromen zo zuiver mogelijk te houden en hoogwaardig te recyclen, bijvoorbeeld door van een petfles weer een petfles te maken. Sturen op beleid per productgroep kan hoogwaardige recycling ondersteunen. Bovendien belanden nog te vaak waardevolle materialen, zoals rubber en kunststof, in de verbrandingsoven.

Leveringszekerheid grondstoffen
Tot slot stipt het ICER aan dat hoogwaardigere recycling ook zorgt voor een nieuwe leveringsstroom van materialen. Europa is te afhankelijk geworden voor grondstoffen van de rest van de wereld, zoals China en Rusland. Als materialen via hoogwaardige recycling zoveel als mogelijk behouden blijven kunne deze binnen Europa opnieuw gebruikt worden voor de productie van nieuwe producten. Daarmee neemt de leveringszekerheid van essentiële grondstoffen toe.

Regelgeving vanuit Europa kan helpen om te zorgen voor meer leveringszekerheid van grondstoffen. De impact van de voorstellen van de Europese Unie en Europese Commissie kan erg groot zijn, aldus het PBL. In het tweede EU-Actieplan voor een circulaire economie kondigt de Europese Commissie verschillende concrete wetgevingsinitiatieven aan. De potentiële impact van deze instrumenten is groot. Ze raken vrijwel alle producten en sectoren. Zo zal onder meer de Ecodesign-richtlijn voor een brede groep producten eisen gaan stellen aan levensduur, en geschiktheid voor hergebruik, reparatie en recycling.

Ook komen er standaarden voor een minimumgehalte aan gerecycled materiaal in producten. Daarnaast werkt de Europese Commissie aan een digitaal productpaspoort om reparateurs en recyclers beter te informeren over de samenstelling en assemblage van producten. Hoeveel impact de nieuwe regels zullen hebben, zal afhangen van de exacte vormgeving die ze de komende jaren krijgen. Het is daarom belangrijk dat de Nederlandse overheid zich hier in Europees verband voor blijft inzetten.

Over de ICER
De Nederlandse regering wil in 2050 een volledig circulaire economie bereiken en ziet monitoring als een belangrijk instrument om de voortgang van de transitie te kunnen volgen. Daarom maakt het PBL op verzoek van het kabinet eens in de twee jaar een Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) die de stand van zaken weergeeft van de transitie naar een circulaire economie in Nederland. Dit rapport is de tweede ICER. De eerste ICER is begin 2021 gepubliceerd. De ICER 2023 verschijnt vlak na de bekendmaking van een Nationale Grondstoffenstrategie en vlak voor de publicatie van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE). Door deze timing kan deze ICER geen analyse van beide beleidsstukken bevatten. De ICER toont evenwel dat beleidsintensivering nodig is. Het PBL zal later in 2023 reflecteren op de beleidsvoornemens in het NPCE. De ICER 2023 is tot stand gekomen in samenwerking met een breed kennisconsortium: CBS, CPB, Centrum voor Milieuwetenschappen (Universiteit Leiden), RIVM, RVO, RWS, TNO en Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht). Deze instellingen dragen bij aan het meerjarige Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie, dat wordt geleid door het PBL.

Het gehele rapport is hier te lezen